Licht wordt gekwalificeerd door de KWALITEIT (SPECTRUM) en de INTENSITEIT (P.A.R.).
LICHTKWALITEIT
Licht bestaat uit fotonen die als golven reageren wanneer zij zich verplaatsen. Daarom associëren wij golflengten met deze fotonen. De fotonen die op planten inwerken bevinden zich tussen het ultraviolet en het infrarood spectrum, dicht bij het zichtbare licht, van 350 tot 750 nm ( Afb 2).
Nabij-ultraviolet (350-380 nm) : Ze helpen bij de bestrijding van bepaalde micro-organismen en verbeteren het immuunsysteem van planten.
Zichtbaar (380-700 nm) : Dit is het spectrum dat invloed heeft op de fotosynthese. De plant absorbeert hoofdzakelijk blauw en rood licht. Over het algemeen bevordert blauw (430-500) licht de groei en rood (630-680) licht de bloei en de vruchtvorming.
Nabij-infrarood (700-750 nm) : Ook wel “Donkerrood” licht genoemd. Dit licht fungeert als stralingsverwarmer en helpt planten om zich uit te strekken richting de zon.
LICHTINTENSITEIT
Enkel fotonen met een golflengte tussen 400 en 700 nm (dicht bij het zichtbare spectrum) nemen deel aan de fotosynthese Deze fotonen worden “Fotosynthetisch Actieve Straling” genoemd. De P.A.R. van een verlichtingssysteem kan worden gemeten wanneer deze alleen is (PPF-PPE) of onderdeel uitmaakt van een volledige teeltconfiguratie (PPFD).
ENKEL VERLICHTINGSSYSTEEM
De lamp wordt in een bol van het Ulbritch-type geplaatst (fig. 3), en alle fotonen die zij per seconde uitzendt, worden gemeten. Dit levert de “Fotosynthetische Fotonenflux” (P.P.F. in μmol/s) op, waarmee het potentiële fotosynthetische vermogen van het verlichtingssysteem wordt geëvalueerd. Door de P.P.F. te delen door het verbruikte vermogen verkrijgen we de “Fotosynthetische Fotonefficiëntie” (P.P.E. in μmol/s/w of μmol/d), waarmee we het potentiële fotosynthetische rendement per verbruikte watt van een belichtingssysteem kunnen evalueren. Hier volgen enkele P.P.E. waarden: Compacte fluorescentielampen (CFL, TCL, T5…) = Minder dan 1 μmol/s/w, ontladingslampen (HPS, MH, CMH…) = 1 tot 2 μmol/s/w, lichtgevende diodes (LED): 2 tot 3 μmol/s/w op dit moment.
COMPLEET VERLICHTINGSSYSTEEM
De fotonen die op het oppervlak van het gewas vallen, worden gemeten per m2 en per seconde. Dit wordt de « Fotosynthetische Foton Fluxdichtheid « (P.P.F.D., in μmol/s/m2) genoemd. Dit stelt ons in staat het werkelijke fotosynthetische vermogen, per m2 op een gewasoppervlak te evalueren. De P.P.F.D. wordt weergegeven door een bovenaanzicht van het kweekoppervlak, met waarden die om de 30 x 30 cm 36″ x 36″ worden genomen (Afb. 4). Om het aflezen te vereenvoudigen, hebben we drie kleuren bepaald voor drie niveaus van P.P.F.D.
Niveau I: Minder dan 300 μmol/s/m2 = Vermeerdering, zaad, licht groei, vegetatieve modus.
Niveau II : 300 à 600 μmol/s/m2 : 300 tot 600 μmol/s/m2 = Teelt van zonminnende planten, intensieve teelt van schaduwminnende planten.
Niveau III : Meer dan 600 μmol/s/m2 = Intensieve teelt van zonminnende planten.
COMPLEET VERLICHTINGSSYSTEEM
Er bestaan twee soorten LED’s. Monochromatische LED’s zenden fotonen uit die rond één frequentie trillen. Ze worden genoemd naar hun golflengte: 450 nm blauw, 660 nm rood … Witte LED’s hebben een breder spectrum. Zij zijn afkomstig van een blauwe monochromatische LED, waarop een fosforlaag is aangebracht, waardoor het spectrum wordt verschoven en afgevlakt naar het gele spectrum, doordat de energie van bepaalde fotonen wordt verlaagd (Afb. 5). Ze worden aangeduid met hun kleurtemperatuur, in Kelvin: 6500°K koud wit, 5000/4000°K warm-wit, 3000/2700/2100°K geel-wit. Deze methode maakt het mogelijk LED’s te verkrijgen die gebruikt kunnen worden voor alledaagse verlichting, maar ook voor het telen van gewassen, dankzij hun vollediger spectrum.